Hoe keken UDI-leden het EK?
Het EK zit er bijna op, hoe kijken UDI’19-leden terug op het toernooi waar Nederland eindelijk weer eens mee deed?
Italië en Engeland maken zich op voor het slotstuk van het EK. Een toernooi waar Nederland voor het eerst sinds 2014 weer eens acte de présence geeft. Hoe beleven UDI’19-leden het toernooi dat deze editie gespeeld wordt in elf landen.
Als ik eerlijk moet antwoorden vond ik er niet zoveel aan”, begint Joost van Oort. “Het heeft niet te maken met de vele landen die meedoen, maar meer om bepaalde teams. Sommige landen spelen als collectief, werken samen en gaan voor elkaar door het vuur. Kijk maar naar Italië of Denemarken die na het incident met Christian Eriksen echt een team geworden zijn. Daar geniet ik van.”
Haantjes
“Maar er zijn ook landen waar alleen maar haantjes spelen.”, vindt Van Oort. “Bij Portugal, Frankrijk of Nederland speelt het teamgevoel veel minder. Daar draait het meer om één of twee voetballers. Dat vind ik jammer.”
Gelukkig voor Van Oort liggen die landen eruit. Italië en Engeland strijden om het eremetaal. Een voorspelling voor de eindzege durft van Oort wel aan. “Ik vermoed een troosteloos gelijkspel tussen Italië en Engeland. Italië heeft een lange reeks van ongeslagen wedstrijden. Die eindigen vaak op de meest ongelukkige momenten. Daarom denk ik dat Engeland de strafschoppenserie wint. Ook vanwege het thuispubliek op Wembley.”
In het oranje
Engeland wordt dus de winnaar volgens Van Oort. Maar hoe keek hij naar het Nederlands elftal? “Een sponsor van UDI’19 nodigde mij uit om de wedstrijden van Oranje te komen kijken. Daar kon ik geen nee tegen zeggen. Net zoals verkleed in het oranje naar de wedstrijden kijken”, blikt Van Oort terug.
Wie ook uitgedost naar de wedstrijden keek was Geert van der Zanden. “Samen met vrienden zaten we naar de wedstrijden te kijken. Dat dient uiteraard in oranjekleding te gebeuren. Dat past ook wel bij het sfeertje. Met elkaar naar het voetbal kijken en het ‘wij-gevoel’ krijgen. Dat heb ik wel gemist.”
Door andere ogen
Maar Van der Zanden was niet alleen geïnteresseerd in de wedstrijden van de nationale ploeg. Als vrijwillige scheidsrechter bestudeerde hij ook de beslissingen op het veld. “Nederland heeft het qua arbiters goed gedaan. Eentje in de halve finale en de ander in de finale. Dat is best bijzonder. Alleen jammer dat Danny Makkelie in de halve finale een grote fout maakte door een penalty aan Engeland toe te kennen.”
Van der Zanden vindt het terecht dat Björn Kuipers de finale toewezen kreeg. “Gezien zijn loopbaan snap ik de beslissing om hem die wedstrijd te laten fluiten. Een terechte beslissing als je het mij vraagt.”
Daan Maring hield zich voornamelijk bezig met de wedstrijden van het Nederlands elftal. “Vroeger keek ik bijna alle wedstrijden. Die tijd is inmiddels wel geweest. Natuurlijk volg ik Oranje. Maar alle andere wedstrijden gaan aan mij voorbij. Bovendien op Teletekst of op het nieuws zie je al snel de highlights voorbij komen. Zo blijf ik ook op de hoogte.”
Overschatting
Het betekende dat Maring dus maar vier wedstrijden kon kijken. Want zolang duurde het avontuur van Nederland tijdens een toernooi dat vooral in het teken stond van veel kilometers afleggen. “Natuurlijk baalde ik dat Oranje eruit lag. Maar iedereen was alweer aan het kijken naar de tegenstander in de kwartfinale terwijl de wedstrijd tegen Tsjechië nog gespeeld moest worden. Vervolgens krijg je dan de spreekwoordelijke deksel op de neus”, zegt Maring.
Frank de Boer kon snel vertrekken na het teleurstellende toernooiverloop. Wie zou hem moeten opvolgen? “Een coach moet de boel weer op scherp zetten. De controle binnen de selectie houden. Of het een buitenlandse coach moet worden? Geen idee, zolang hij maar de orde kan bewaken”, aldus Maring.